DE BASIS VAN EEN SUCCESVOLLE SAMENWERKING: OPEN COMMUNICATIE EN KORTE LIJNEN
Als DAGnl staan we bekend om onze multidisciplinaire aanpak. Binnen een project combineren we vaak de kennis van verschillende expertises. Zo ook bij het project Park15, vanuit DAGnl t toezichthouder/ directievoerder Koen Willemsen nauw samen met Joost Loeffen van de Park15 Logistics. Zij vertellen samen over het project Park15 in Oosterhout bij Nijmegen.
Zo ‘n 8 jaar geleden bestond het gebied tussen Arnhem en Nijmegen nog grotendeels uit weilanden met koeien. Inmiddels is het gebied omgetoverd tot een unieke en duurzame logistieke hotspot van bijna 100 hectare. Op het bedrijventerrein zijn verschillende bedrijven gevestigd zoals Lidl, Jaguar Landrover dealer Terlouw, Nabuurs, Albert Heijn, ESTG, AG Logistics en nog meerdere bedrijven. Voordat deze bedrijven zich konden vestigen op Park15 is er behoorlijk wat werk verricht.
Joost vertelt: ‘Als je er dagelijks mee bezig bent, vergeet je soms de schaal van het project. Een streepje op tekening is in de praktijk zomaar 100m asfalt. Daarom hebben we op de tekeningen van Civil Management ook een voetbalveld als maatstaf laten zetten. Dat plaatste het ontwerp weer in perspectief. In 2012 werd het bestemmingsplan onherroepelijk. Toen konden we aan de slag! In de zes jaar dat ik als projectmanager aan dit project werk, is het park goed gevuld. Van nieuwe bedrijven tot een nieuwe afrit en de complete infrastructuur.’
Toezichthouder en directievoerder Koen Willemsen is ruim vijf jaar bij Park15 betrokken. ‘We hebben tot nu toe eigenlijk alle werkzaamheden uitgevoerd die bij zo’n ontwikkeling komen kijken. Park15 Logistics heeft ons de opdracht gegeven om een ontwerp te maken voor de openbare ruimte. Ook hebben we het ontwerp voor de onder- en bovengrondse infrastructuur gemaakt. Inmiddels zijn die werkzaamheden grotendeels uitgevoerd. Nu mogen we namens de Vereniging van eigenaren een stuk beheer en onderhoud van de openbare ruimte oppakken als parkmanagement. Dat is vanuit de vereniging van eigenaren een groot compliment. Het straalt vertrouwen en waardering uit. Ik vind het mooi dat we echt als partner aan tafel zitten.’
Daarnaast waardeert Joost de snelheid en flexibiliteit van DAGnl. ‘Die kwaliteiten van DAGnl zijn van toegevoegde waarde gebleken bij dit project. Wij denken vaak na over de invulling van de kavels en het bijbehorende openbare gebied. Gaan we met een klant in gesprek voor het verkopen van een kavel? Dan gebruiken we daar vaak tekeningen en varianten bij. Normaal gesproken gaan hier dagen zo niet weken overheen. DAGnl is flexibel en kan de tekeningen snel leveren.’
Expertises buiten het civiele vakgebied worden in een steeds vroeger stadium bij civieltechnische projecten betrokken. Bij Park15 was dit zeker ook het geval: nagenoeg elke DAGnl-expertise werd afgevinkt. Daar werkten de expertises archeologie, ecologie, asbest, civiele techniek en explosievenonderzoek en -advies, landmeten en milieukundig bodemonderzoek nauw samen.
Joost: ‘Dat is fijn bij zo’n gebiedsontwikkeling. Je loopt tegen veel dingen aan. Als je dan elke keer naar een andere partij moet, dan moet je elke keer opnieuw je verhaal doen en gegevens aanleveren, dat werkt minder efficiënt. De meeste onderzoeken liggen nu bij één partij, DAGnl. Daardoor is er veel projectkennis en wordt deze kennis ook onderling uitgewisseld. Ik ben regelmatig op de DAGnl locatie in Huissen. Als we dan tegen dingen aanlopen, kan ik makkelijk even naar het bureau lopen van de adviseur die erover gaat. Dat werkt efficiënt. Bovendien hoef ik de vragen dan niet meer mee naar huis te nemen.’
Koen vult aan: ‘Dat is ook onze kracht én ons onderscheidend vermogen: korte lijnen en persoonlijk contact.’ Tijdens het archeologisch veldonderzoek wordt dat nog eens benadrukt.’ Binnen DAGnl zijn er tussen de onderzoeksexpertises korte lijnen. Daarbij trekken bijvoorbeeld collega’s van archeologie ook collega’s van milieuonderzoek aan de mouw als ze op historische kaarten zien dat er vroeger een sloot in het landschap zat, die nu gedempt blijkt. De onderzoeksexpertises checken regelmatig bij elkaar waar ze in elkaars werkzaamheden rekening mee moeten houden. Als het aan de orde is trekken ze samen met elkaar op tot ze het juiste projectresultaat krijgen. Alle collega’s hebben allemaal hetzelfde doel voor ogen. Het voordeel van de multidisciplinaire aanpak van DAGnl? Door al vroeg onderzoek uit te voeren, weet je bij ontwikkelingen in de toekomst sneller waar je aan toe bent.’
Om goed samen te kunnen werken moet je op één lijn zitten. Inmiddels werkt Joost ruim zes jaar samen met DAGnl. ‘Van beide kanten moeten de verwachtingen duidelijk zijn. Ook elkaar durven aan te spreken als iets niet zo gaat als verwacht of beter kan, want dat verbetert een samenwerking. Dit soort projecten hebben een lange looptijd. Daarom is het van belang om te investeren in de relatie. Inmiddels weten we elkaar te vinden en is het duidelijk wat we wel en niet kunnen vragen. Daarbij is open en transparant zijn heel belangrijk. Hoe zich dat uit in de praktijk? Wij proberen zoveel mogelijk achtergrondinformatie te geven en DAGnl draagt zorgvuldige oplossingen aan,’ zo licht Joost toe. Koen vindt open communicatie ook erg belangrijk: ‘We zorgen voor heldere acties. Ook terugkoppeling en het nakomen van afspraken is belangrijk. Daarbij gaan we samen graag naar buiten: een ontwerp kan mooi op papier staan, maar de praktijk is vaak nét even anders. Bovendien anticipeer je dan op een stuk beheer en onderhoud. Een ontwerp moet ook onderhoudsvriendelijk en beheersbaar zijn.’
Wanneer het project Park15 echt geslaagd is? Koen reageert enthousiast: ‘Als de samenwerking goed gaat, de werkzaamheden worden uitgevoerd en de opdrachtgever en eindgebruikers tevreden zijn! Dan ben ik tevreden.’ Joost springt bij: ‘Daarbij proberen we altijd rekening te houden met alle partijen. Het is belangrijk dat klanten zo goed mogelijk bedrijfsvoering kunnen voortzetten. En dat werknemers in de pauze gewoon hun gebruikelijke rondje op het park kunnen lopen. Alles moet er netjes bij liggen, niet alleen het terrein van de bedrijven maar ook de openbare ruimte.’
