De bergingen van een Vickers Wellington HE346 en een Messerschmitt Bf 109, beide neergestort tijdens de Tweede Wereldoorlog in de gemeente Noardeast-Fryslân, zijn met succes afgerond. Deze bergingen, die een belangrijk stukje geschiedenis blootleggen en zijn uitgevoerd met doel de nog vermiste inzittenden te vinden, vallen onder het ‘Nationaal Programma berging van vliegtuigwrakken’ van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. De gecoördineerde samenwerking tussen verschillende partijen zorgde voor een succesvolle uitvoering: Coen Cornelissen, Stafofficier Vliegtuigberging van het Commando Luchtstrijdkrachten, leidde het proces, terwijl Leemans Speciaalwerken uit Vriezenveen zorgde voor de technische ondersteuning. DAGnl ondersteunde Defensie en de gemeente bij zowel de voorbereiding als de uitvoering van de bergingen. Eén van de belangrijke aspecten bij deze bergingen was het verlagen van de grondwaterstand, zodat de werkzaamheden in een droge ontgraving konden plaatsvinden. Daarom was er een bemalingsadvies nodig. Rob, als geohydroloog betrokken bij deze bergingen, vertelt hoe hij voor het opstellen van het bemalingsadvies te werk is gegaan.
“Voor de bergingen moest er tot wel 6 à 7 meter onder het grondwaterniveau worden gegraven,” legt Rob uit. “Om dit veilig en droog te kunnen doen, was er een bemaling nodig om een aanzienlijke hoeveelheid water weg te pompen. Door de bemaling wordt niet alleen de grondwaterstand in de put verlaagd, maar ook in de omgeving.”
Door de grote diepte waarop de Wellington lag, werden rondom de geplande ontgraving damwanden geplaatst tot een diepte van circa 20 m. “Doordat de damwand in de klei stond vormde dit een bijna waterdichte kuip, zodat de bemaling nagenoeg zonder risico’s voor de omgeving kon worden uitgevoerd,” vervolgt Rob. Maar door de samenstelling van de grond – een dik kleipakket op zand – ontstond er een risico dat de bodem van de ontgraving kon “opbarsten” door de opwaartse druk van het grondwater onder het kleipakket.”
Rob legt uit hoe dit probleem werd opgelost: “Er is een spanningsbemaling toegepast. Dit houdt in dat het grondwater met een aantal diepe verticale onttrekkingsfilters vanuit het zand onder het kleipakket is weggepompt om de druk te verlagen. Een technische uitdaging die nodig was om de bodem van de ontgraving stabiel te houden.”
Wat de bergingen ook complex maakte was de locatie van de Wellington onder de huidige dijk bij Holwert. Hiervoor moest een deel van de dijk, over een lengte van ongeveer 100 meter, worden verwijderd.
“Het Wetterskip Fryslân hanteert strenge eisen bij het graven in een dijk om te voorkomen dat er problemen ontstaan bij hoogwater,” vertelt Rob. “Om de waterveiligheid te waarborgen is er een tijdelijke nooddijk aangelegd om te voorkomen dat er zeewater door het gat in de dijk kon stromen. Bovendien moest de dijk volledig hersteld zijn vóór 1 oktober, het begin van het stormseizoen.”
Het ontgraven van de dijk was ook niet zonder risico’s. Water in het dijklichaam kon zorgen voor zanduitspoeling, wat de dijk instabiel zou maken. “Om dit te voorkomen zijn er in de dijk horizontale drains aangelegd, op drie verschillende hoogtes, zodat het water gecontroleerd kon weglopen,” legt Rob uit. “Op die manier werd uitspoeling van zand voorkomen en bleef de dijk stabiel.”
Naast de technische uitdagingen, brachten de bergingen ook arbo- en milieukwesties met zich mee. Omdat de vliegtuigen brandstoftanks aan boord hadden, was er een risico dat het grondwater rond de wrakken verontreinigd was. “We moesten rekening houden met mogelijke vervuiling in het grondwater en met het zoutgehalte van het diepere grondwater, dat mogelijk zouter is dan het oppervlaktewater,” vertelt Rob. “We konden het bemalingswater niet zomaar op een sloot lozen; eerst moest het worden onderzocht.”
Er werden peilbuizen rondom de wrakken geplaatst om de kwaliteit van het grondwater te meten. Op basis van deze resultaten werd in overleg met het Wetterskip en Rijkswaterstaat besloten welke maatregelen nodig waren. “Dankzij die metingen konden we ervoor zorgen dat het bemalingswater op een verantwoorde manier werd geloosd, zonder schade aan het milieu,” aldus Rob.
Vliegtuigbergingen zijn altijd bijzondere projecten, maar de operatie in Holwert, die nationaal aandacht trok, maakte deze berging extra speciaal. Rob vertelt: “Het is altijd een bijzondere ervaring om aan zo’n uniek project mee te werken. De techniek die is toegepast is grotendeels hetzelfde als bij andere bemalingen, maar de maatschappelijke impact en de geschiedenis die hier letterlijk onder de grond ligt, geven het een speciaal tintje.”
Tijdens de werkzaamheden kreeg Rob samen met een kleine groep een exclusieve rondleiding op de projectlocatie. “Het was zeer interessant om te zien hoe alles wat we op papier hadden uitgewerkt, werkelijkheid werd,” vertelt hij. “Wanneer je een projectlocatie bezoekt, komt het bureauwerk tot leven.”