Tijdens een algemene analyse van een geohydrologisch onderzoek kijken we naar de waterhuishoudkundige situatie op basis van openbare bronnen.
Met een kwelanalyse zoeken we uit waar water uit de bodem of diepere grondwaterlagen omhoog komt, waardoor dit komt en welke impact dit heeft op het milieu.
Met een infiltratieonderzoek onderzoeken wij hoe goed de bodem het water doorlaat.
Een zettingsberekening voorspelt hoeveel de grond zal zakken als er druk op de bodem komt.
Met een opbarstberekening berekenen wij de kracht van de ondergrondse waterdruk.
Door een peilbuis met sensor te plaatsen kunnen wij continu de grondwaterstanden meten.
Met een grondwatermodel kunnen we stroming van het grondwater inzichtelijk maken.
Met geohydrologisch onderzoek krijg je inzicht in de bodemopbouw en het grondwater. We beginnen met een algemene analyse en kunnen daarna dieper ingaan op een kwelanalyse, infiltratieonderzoek, zettingsberekeningen en opbarstberekeningen.
In de algemene analyse van een geohydrologisch onderzoek kijken we naar de waterhuishoudkundige situatie, net als bij de start van een watertoets. We gebruiken alleen openbare bronnen om te bepalen hoe het oppervlaktewater is verdeeld, de waterpeilen, en de richting van het grondwater. We onderzoeken ook of er kwel optreedt in het plangebied, de bodemopbouw en of er betrouwbare gegevens over het grondwater beschikbaar zijn.
Als water uit de bodem of diepere grondwaterlagen omhoog komt, noemen we dit kwel. Met een kwelanalyse zoeken we uit waar dit voorkomt in het projectgebied, de oorzaken van de kwel en de impact op het milieu. Kwelwater kan een andere kwaliteit hebben dan (freatisch) grondwater, wat invloed kan hebben op de kwaliteit van het grondwater en de bodem in het project.
Bij een infiltratieonderzoek onderzoeken we hoe goed de bodem water doorlaat. Als de bodem slecht doorlatend is, kan dit invloed hebben op de type (infiltratie)voorzieningen die nodig zijn. We kijken of het hemelwater snel genoeg in de bodem kan infiltreren of dat een vertraagde afvoer naar het oppervlaktewater nodig is. Na het bodemonderzoek berekenen we de K-waarde, die aangeeft hoe snel water in de bodem wegstroomt. Hoe hoger de K-waarde (in meter per dag), hoe sneller het water wegloopt. Het is belangrijk dat water in infiltratievoorzieningen niet te lang blijft staan, om vervuiling of ziektekiemen te voorkomen. Maar ook om weer plaats te maken voor komende regenbuien.
Om een K-waarde te krijgen, zetten onze veldwerkers een boring in de bodem om te zien om welke grondsoort het gaat. Met de gegevens die hieruit komen berekenen wij de K-waarde. Na het bepalen van de K-waarde stellen we een memo op over mogelijke infiltratievoorzieningen of integreren we de resultaten in een waterhuishoudkundig plan met ontwerp en berekening van de voorzieningen.
Als er druk op de bodem komt, kan de grond vervormen, wat kan zorgen voor verzakkingen of zettingen. Met een zettingsberekening kunnen we voorspellen hoeveel de grond zal zakken. Dit is belangrijk bij het ontwerpen van gebouwen, bruggen, wegen en andere constructies om ongewenste verzakkingen te voorkomen die de veiligheid of bruikbaarheid kunnen beïnvloeden.
Als grondwater omhoog komt, kan de bovenste grondlaag breken, wat opbarsting wordt genoemd. We berekenen de kracht van de ondergrondse waterdruk om te bepalen of deze voldoende is om opbarsting te veroorzaken.
Om een beter beeld te krijgen van de grondwaterstanden in het plangebied kan een grondwatermonitoring uitgevoerd worden. Door het plaatsen van een peilbuis met een sensor kunnen we de grondwaterstanden continu meten. Afhankelijk van de wensen kan je de grondwaterstanden live inzien in een online-portaal en / of wordt er periodiek een rapportage opgeleverd met de gemeten grondwaterstanden.
Het meten van de grondwaterstanden is belangrijk voor het vaststellen van de grondwaterstand in het plangebied voor bijvoorbeeld het bepalen van de ontwateringsdiepte. We kunnen ook peilbuizen in meerdere bodemlagen plaatsen om de hoeveelheid kwel te kunnen bereken of om het risico op opbarsten te kunnen bepalen en te monitoren. Naast het uitvoeren van een grondwatermonitoring kunnen wij ook de meetgegevens aanleveren aan de Basis Registratie Ondergrond.
Voor risicovolle of complexe projecten in de ondergrond is het verstandig om een grondwatermodel op te zetten. Met een grondwatermodel kunnen we stroming van het grondwater inzichtelijk maken. Op basis van het model kunnen we aangeven waar we risico’s met betrekking tot grondwater (droogte of overlast) kunnen we verwachten. Naast de het inzichtelijk maken van de mogelijke risico’s kunnen we ook de effecten van ingrepen inzichtelijk maken Bijvoorbeeld wat is het verwachtte effect van de aanleg van een damwand op het grondwater en gaat dit mogelijk tot overlast zorgen?