Binnen DAGnl begeleidt Willem stagiaires en junioren. Niet alleen op de vestiging in Steenwijk, waar hij het vaakste te vinden is. Maar ook op andere vestigingen. Willem vindt het belangrijk dat ze praktijkervaring opdoen en open staan voor feedback. Willem vertelt:
‘We werken heel vaak met schoolverlaters. Wat schoolverlaters op school niet meekrijgen, dat geven wij ze mee. Vroeger kreeg je als civiel technicus uitgebreid les in tekenen. Je leerde de basisprincipes van het tekenwerk. Je tekende nog met de hand, daardoor kreeg je gevoel voor compositie. Alles was zwart-wit. Met lijndiktes moest je de tekening duidelijk leesbaar maken. Die principes krijgen schoolverlaters nu niet meer mee. Daarom vind ik het belangrijk die principes mee te geven. MTS studenten krijgen wat kennis over AutoCAD, InfraCAD en NLCS mee. Maar niet de gedachte erachter: waarom de studenten doen zoals wat ze doen. Veel studenten die van HTS komen hebben geen of erg weinig tekenervaring.’
DAGnl groeit als organisatie. ‘Daarom is het belangrijk om je identiteit en de kwaliteit te borgen. Door goede begeleiding geven wij de DAGnl manier van werken mee. Daarnaast wordt er van buitenaf ook steeds hogere kwaliteit van de tekeningen verwacht. Daarnaast krijgen we steeds complexere projecten. Ook daarom is het belangrijk dat het tekenwerk op een hoog kwaliteitsniveau zit.’ vertelt Willem.
Willem vindt het belangrijk dat stagiaires en junioren werken met het zes-ogen-principe. ‘Dat principe hanteren we in ons dagelijks werk. Je spart altijd met een collega die vergelijkbare ervaring heeft. Je verwerkt zijn/haar feedback. Daarna kijkt de projectleider naar je tekening en gaat de tekening naar buiten. Dat principe geeft jong en oud zelfvertrouwen. Op een gegeven moment ben je blind voor je eigen werk. Een collega haalt dingen eruit die jij over het hoofd hebt gezien. Daar leer je van. Dat maakt je zekerder over je tekenwerk als je het voorlegt aan een projectleider. Je moet een collega er wel naar durven te laten kijken. Daar hecht ik veel waarde aan: interne controle. Daarom benadruk ik dat ook bij junioren. Samen zorgen we zo voor kwaliteit. Als organisatie zitten we met onze ontwerpen kort op de uitvoering van de projecten. We doen vaak ook de uitvoeringsbegeleiding van hetzelfde project. Daar leren we van. Die leerpunten nemen we mee naar binnen om intern verbeterslagen te maken. Dat is de winst die we hebben omdat we vaak toezicht houden op de projecten die we zelf voorbereiden. Dat neem ik ook mee in de begeleiding van junioren: hoe werkt het ontwerp in de praktijk?’
Willem is ervan overtuigd dat coachen en teams de basis vormen voor het begeleiden van stagiaires en junioren. Willem: ‘Als een nieuwe collega bij ons binnenkomt wordt hij/zij gekoppeld aan een ervaren werkvoorbereider. Dus een soort buddy-systeem. Dan kan de ervaren collega vanaf de startup van een project meekijken en de “lijnen uitzetten”. Het is belangrijk ontwerpers te stimuleren en de DAGnl werkwijze te leren. Daarom zorgen we voor een maatwerkcursus AutoCAD voor elke stagiair en collega die in dienst komt. Ze leren er ontzettend veel van en het komt het werk direct ten goede. Als organisatie investeren we zo ook in stagiairs. Die geven we iets mee wat ze nooit meer vergeten. We hopen zo ook een goede naamsbekendheid te krijgen op scholen en, als ze niet bij ons komen werken, op plaatsen waar zij gaan werken. Onlangs zijn we ook gestart met AutoCAD gevorderden cursus. Ik vind het een grote stap dat we voor zowel starters als ervaren collega’s cursussen voor het tekenwerk organiseren. Dat juich ik toe!’
Communicatie speelt een belangrijke rol bij het begeleiden van de stagiaires en junioren. ‘Wat ik mooi vind is als jonge, maar ook ervaren collega’s open communiceren. Zo kwam onlangs een collega aan mijn bureau, een rot in het vak. Toch legt hij een tekening aan mij voor. Dat vind ik gaaf. Als ik merk dat ik een collega op weg kan helpen met het makkelijker maken van goede tekeningen, vind ik mooi. Als ik kijk naar hoe junioren leren en groeien, daar haal ik waardering uit. Vooral als we in kwaliteit en uniformiteit in het tekenwerk vooruitgaan, dan heb ik dankbaar werk. Daarbij vind ik het belangrijk om collega’s enthousiast te maken over waar ik naartoe wil. Daarbij vind ik het belangrijk om uit te leggen waarom ik dingen doe zoals ik ze doe. Als de jongens graag willen, dan kunnen we grote stappen met ze zetten.’